Kansen voor de zeilvaart

Geplaatst op 17-05-2022  -  Categorie: Algemeen Openbaar

In het BMC rapport “De investeringsagenda van de zeilende beroepsvaart en hoe deze te financieren”  wordt, kort samengevat, vastgesteld dat er grote onafwendbare investeringen op de zeilvaart afkomen, dat de inkomsten van de meeste schippers mager zijn en dat de banken niet staan te springen om kleine bedrijven te helpen. Het rapport schetst dus een somber beeld, maar er wordt ook gewezen op mogelijke oplossingen. Bij het onderzoek zijn de opstellers ook andere onderwerpen tegengekomen die relevant worden geacht als context voor het hoofdonderzoek of aandacht verdienen om de vloot beter voor te bereiden op de toekomst.

Hieronder belichten we kort de onderwerpen waar de BBZ op inzet en waar we hulp van de overheid vragen. Maar eerst nog iets dat na twee jaar corona-ellende veel te weinig aandacht heeft gekregen. Ja, er komt veel af op de binnenvaartzeilvloot en ja 'de rentabiliteit staat onder druk' (een kreet die al vele jaren in de BBZ kerncijfers staat) en investeren zal 'a hell of a job' worden, maar tegelijkertijd zijn er ook de kansen.
Ten eerste is er de aandacht voor de maatschappelijke waarde van de vloot. Aandacht van de pers, aandacht van de politiek, van bestuurders en van het publiek. Die aandacht moet verzilverd worden. Hieronder worden daar concrete voorstellen voor gedaan ook. 
Ten tweede biedt de transitie naar een duurzamer samenleving grote kansen. De zeilvaart lijkt bedacht te zijn voor de nieuwe tijd en als er slim ingespeeld wordt op de trends zullen we ons prima staande kunnen houden in de toekomst. 
En natuurlijk is er de grote inventivitiet en overlevingskracht van de ondernemers. Vele crises zijn overleefd en ook deze zullen we overleven. Daarvoor moeten en zullen de handen inéén geslagen worden; schippers, kantoren, hollandschezeilvloters, varendefgoedbeoefenaars, opleiders en iedereen die actief is in en rond de sector.
Kortom, het moest nog maar eens gezegd zijn: we hebben goud in handen.     

Hieronder wordt opgesomd waar de BBZ op in gaat zetten als het gaat om de zeilvaart. Het betreft met name de binnenzeilvaart maar zeevaart en motorchartervaart zullen er ook deels op mee liften.

Financiering en begeleiding
De aanpassingen die nodig zijn om schepen te verduurzamen en de gevolgen van de verslechterende scheepsrompen, gaan veel geld kosten, stelt het rapport. Geld dat in de meeste gevallen niet is gereserveerd en moeilijk te lenen is omdat de ondernemingen vaak als te marginaal worden gezien. Het zijn bekende zorgen, maar een voorstel voor een gecoördineerde aanpak ontbrak tot nu toe. In het rapport worden eigenlijk twee sporen belicht, te weten de oprichting van een Kredietunie en het bereikbaar maken van bestaande (en mogelijk nieuwe) subsidies en de begeleiding van ondernemers daarbij. De BBZ onderschrijft de analyses en de oplossingsrichtingen. Hieronder gaan we daar wat nader op in.

Een kredietunie moet opgericht worden om ondernemers bij te staan. Wat een kredietunie sterk maakt, sterker mogelijk dan een bank, is de begeleiding die gegeven kan worden door een coach. Kennis van de sector en het vak gecombineerd met financiële kennis, zal ondernemers helpen om de risico’s te wegen en de stap te zetten. De BBZ gaat hier dan ook mee aan de slag. De eerste stap als vereniging is om naar de leden te gaan. Wij willen weten of ook de schippers de bevindingen delen en wij willen horen hoe zij er over denken. Vervolgens moet er een projectplan opgezet worden met aandacht voor het beheer en management, de financiering, de risico’s en een mogelijk tijdspad.

Er is contact gelegd met De Binnenvaartkredietunie. De BKU kan geen ondernemers in de chartervaart financieren omdat zij de kennis van de sector ontberen. Zij willen wel helpen en kennis met ons delen om de eigen kredietunie op te richten.

Van de overheid hopen wij hulp te krijgen bij de oprichting van de kredietunie.

Het tweede genoemde spoor is dat van de subsidies. Subsidies kunnen helpen om investeringen mogelijk te maken en mogelijk ook bespoedigen. De BBZ is in tijden van corona begonnen met het maken van een overzicht van de mogelijkheden. Dit wordt verder uitgewerkt. De begeleiding van (startende) schippers bij moeilijke investerings- en financieringsvraagstukken wordt deels bij de kredietunie ondergebracht en valt deels al onder de werkzaamheden van de BBZ.

Erfgoed
In 2020 heeft de BBZ opdracht gegeven voor onderzoek naar mogelijke juridische beschermingsvarianten voor varend erfgoed en dat rapport wordt binnenkort verwacht. Het rapport moet helpen om inzicht te krijgen in beschermingsvormen die het beste passen bij de bruine vloot.

Tegelijkertijd is er een begin gemaakt met de registratie van de Bruine Vloot als immaterieel erfgoed in de landelijke inventaris. Er is contact gelegd met KIEN, een verzoek tot opname in het Netwerk is ingediend en gewerkt wordt aan een praktische manier om iedereen te betrekken in de discussie. 

Verduurzaming
Misschien wel de grootste opdracht voor de sector is de verduurzaming. De scheepvaart moet in 2030 50% minder CO2 uitstoten en in 2050 CO2 neutraal zijn. De modellen die nu ontwikkeld worden door de overheid (samen met het bedrijfsleven, maar zonder de BBZ) zijn gebaseerd op de vrachtvaart. Er wordt door de overheid gekeken naar technieken, naar financiering (subsidiering) en naar (veiligheid) regelgeving.  De zeilvaart stoot ook CO2 uit, maar motoren maken aanzienlijk minder draaiuren dan in de vrachtvaart en dat heeft gevolgen voor de afschrijving. De hoofdvoortstuwing (ook wettelijk gezien) zijn de zeilen. Onderhoudskosten en vervangingskosten van de tuigage zijn aanzienlijk. Met het EICB wordt nu onderzocht of er een speciaal model voor de zeilvaart ontwikkeld moet en kan worden. Het speciale model kan helpen bij het vinden van beter passende oplossingen en mogelijk aangepaste subsidiering zodat de omschakeling op tijd meegemaakt kan worden. 

De BBZ neemt deel aan een grootschalig pilot project van Green shipping Waddenzee. De 100 jaar oude tjalk Overwinning wordt omgebouwd naar elektrische voorstuwing en voorbereid wordt op plaatsing van een waterstof ‘range extender’.  De BBZ doet voornamelijk mee om, met de bevindingen van de pilot, de wetgeving die nog in ontwerp is te beïnvloeden en om de opgedane technische en zakelijke kennis te delen met de schippers in de zeilvaart en binnenvaart.

Wij vragen van de overheid subsidies voor verduurzaming die passen bij de chartervaart.

Voor de binnenvaart zal elektra de basis zijn van vrijwel alle oplossingen. De infrastructuur daarvoor aan de wal zal moeten worden aangepast.

Het aanstaande lozingsverbod van huishoudelijk afvalwater gaat grote gevolgen hebben voor de chartervaart. Aan scheepszijde zullen investeringen gedaan moeten worden en aan de wal is een dicht netwerk van afgiftepunten nodig en voor beiden hebben we hulp nodig van de overheid. Zonder het netwerk aan de wal zullen schepen in hun bewegingsvrijheid worden beperkt met mogelijke gevolgen voor de inkomsten. Grootste uitdaging lijkt nu te liggen in de getijdenhavens waar de inrichting van inzamelstations vele malen duurder is dan in havens waar geen getijden zijn.

Ook voor de ontwikkeling van boordzuiveringsinstallaties is hulp nodig, of stimulering. Fabrikanten zijn tot nu toe niet geïnteresseerd in de ontwikkeling van kleine installaties. Meer opvang en verwerking aan boord betekent minder druk op de infrastructuur en meer ruimte voor de ondernemer om te ondernemen.

Opleiding
De BBZ onderschrijft de aanbeveling om te investeren in opleidingen die gericht zijn op het vak schipper bruine vloot en dan met name de ondernemerskant van het vak. De BBZ organiseert sinds jaar en dag een breed aanbod van cursussen en workshops en de wens is om dat steviger neer te zetten. Het bereik is nu te smal.

Het BMC rapport richt de aandacht met name op starters, de BBZ wil het graag breder trekken. Een eerste terreinverkenning zal gedaan moeten worden om te bepalen wat het aanbod precies zou moeten zijn en bij welke bestaande instituten dat mogelijk aansluiting vindt.

De  oprichting van een studiefonds is belangrijk en een overheidsbijdrage eveneens. 

Productontwikkeling
Het businessmodel van de binnenzeilvaart zal verder ontwikkeld moeten worden. De rentabiliteit is vaak te gering om de onafwendbare investeringen op te kunnen hoesten en aangenomen wordt dat dat ook met gebrekkige ontwikkeling van het product te maken heeft. 

Er zijn goede voorbeelden, juist ook in de aanpalende groepen zoals zeevaart en motorchartervaart, maar die vinden te beperkt navolging en onduidelijk blijft wat de rem op de ontwikkeling is. Mogelijk dat er marktmechanismes zijn die remmend op productdiversificatie of op ontwikkeling werken. Nader onderzoek zou hier misschien kunnen helpen.

Veel verwachten we van de samenwerking van schippers, boekingskantoren en overheden die onder begeleiding van het NBTC proberen te komen tot afstemming van het aanbod van toeristische producten die zowel de schepen als de havens en het achterland goed doen. Met name de cultuur historische waarde van de schepen en de havens moeten hierin centraal staan. 

Voor het uitgezette plan is geld nodig en dat moet van de centrale overheid komen.